Onze droom is sterke en veerkrachtig gezinnen die weer geloven in de toekomst. En die zelf verder kunnen met behulp van een netwerk van sterkmakers. In volle vaart zetten we stappen om onze toekomstambitie te realiseren. Als netwerkorganisatie werken we in de haarvaten van de samenleving en bieden we hulp op het moment dat kinderen, jongeren en gezinnen het écht nodig hebben. Op plekken die voor hen vertrouwd zijn, in hun eigen buurt of wijk. Onze hulp is meteen goed, persoonlijk en dichtbij.
2020 vroeg vanwege Corona veel van onze cliënten en professionals. Onze hulpverlening ging gewoon door op andere, creatieve manieren. Corona was ook een kans om elkaar op een andere manier te ontmoeten. Een snelle digitale revolutie liet de weerbaarheid en flexibiliteit van de professionals zien. Zij blijven zich vol vertrouwen inzetten voor onze droom voor 2025.
De cijfers van 2020 lijken de effecten van Corona te tonen. De hulp aan gezinnen en kinderen kon minder snel worden afgerond en is over een langere periode verdeeld. Ook was de benodigde hulp soms intensiever dan in 2019. Daardoor was er minder plek voor nieuwe cliënten. De afname van ambulante hulp verklaren we daarnaast doordat een deel van onze professionals hulp is gaan verlenen bij netwerkverbanden. De gezinnen en jongeren die zij helpen worden niet meer bij Youké meegeteld. De toename van residentiële hulp ligt in de overname van twee 24-uursvoorzieningen van Lijn5 in juli 2020.
2020
2019
Jongeren
Ouders / verzorgers
2020
2019
BSA Jeugdhulp zet vastlopers in beweging
Crisis als Kans maakt routes inzichtelijk en voorkomt crisisopvang
Youké maakt zich hard voor de kwaliteit van hulpverlening
Sterker Thuis maakt gezinnen in hun eigen huis krachtiger
Onderwijs-Zorgarrangement: Joepie, ik mag mee met Juf Joanne!’
Project Goede Buur: jongeren uít de zorg en ín een studentenhuis
Integraal werken is méér dan samenwerken
Nieuw team zet eerste stappen richting integrale aanpak
Om de hulp aan kinderen en gezinnen te verbeteren verbinden wij ons aan drie ambities
Wat is een goed perspectief voor jongeren die er al meerdere trajecten op hebben zitten? Wat hebben zij nodig en hoe kunnen wij ze dat bieden? Youké is ervan overtuigd dat opgroeiende jongeren het beste af zijn in hun eigen, veilige omgeving. Maar hoe regelen we dat snel en effectief als het hulpaanbod versnipperd is en de administratieve druk hoog ligt?
Het antwoord op deze vraag kwam in de regio Eemland in de vorm van BSA Jeugdhulp, een samenwerking van zeven gespecialiseerde aanbieders, waaronder Youké. Om te onderzoeken hoe effectief BSA Jeugdhulp is, werd in 2020 de pilot Flexteam gestart. Het samengestelde team voert in deze pilot de regie over vastgelopen casussen en trekt los wat er moet gebeuren om verder te kunnen met een gezin met complexe problematiek.
Renate, teamhoofd BSA Jeugdhulp: “Het Flexteam doet er alles aan om uithuisplaatsing te voorkomen. We steken met alle betrokkenen elke week de koppen bij elkaar en bespreken per jongere wat er aan de hand is en wat nodig is. Door korte lijnen met collega’s van andere organisaties voorkomen we dat we langs elkaar heen werken en brengen we onze expertises meer naar het ‘voorveld’. Wijkteams kunnen dankzij ons Flexteam vroegtijdig meedenk-capaciteit en specifieke hulp inschakelen. Het Flexteam heeft daarmee ook echt een preventieve kant en voorkomt doormodderen.”
Professional Jonna: “De pilot was een veelbelovend voorproefje. De meerwaarde van het Flexteam is dubbel en dwars bewezen. Waar we een gezin dat GGZ-hulp nodig had eerst opnieuw moesten aanmelden, schakelen we nu snel en simpel om de benodigde expertise toe te voegen. Alle kennis en kunde is meteen bij de hand; het is vaak een kwestie van even bellen. Een verademing! De gezinnen zelf zijn ook positief; ‘we zitten al zolang te wachten en jullie doen écht iets’, zeggen ze.”
Renate: “In 2020 hebben we veel aandacht moeten besteden aan de werkprocessen van het Flexteam. Het heeft heel wat gevraagd van alle teamleden. De overgang is best snel gegaan en iedereen moest in rap tempo wennen aan de nieuwe werkwijze. Ik zie dat bij steeds meer betrokkenen de vuurtjes gaan branden nu we voorbij de organisatorische kant zijn en ons kunnen vastbijten in de inhoud van de complexe hulp die we met z’n allen bieden.”
Jongeren die vanuit een crisissituatie in de 24-uurszorg terechtkomen, blijven daar vaak veel te lang. Dat blijkt uit recent onderzoek naar crisissituaties in de jeugdzorg. Marleen, Zorgcoördinator FoodValley: “In principe houden we een maximaal verblijf van 28 dagen aan. Liefst korter natuurlijk. Wat we in de praktijk zien, is dat veel jongeren die vanuit crisis uit huis geplaatst worden en niet terug kunnen, soms wel maanden blijven.”
“Dat willen we natuurlijk niet. De crisisopvang is niet ingericht op behandeling en op de crisisopvang zijn de wisselingen groot. Echt tot rust komen, de problemen aanpakken en toewerken naar toekomstperspectief, lukt hier logischerwijs maar nauwelijks.” De oorzaken van de stagnatie in de crisisopvang zijn gevarieerd. “Wachtlijsten spelen zéker een rol. Maar belangrijker is dat de routes vaak niet duidelijk zijn. Verwijzers weten niet altijd waar de jongeren terecht kunnen en welke mogelijkheden er zijn.
“Daarom heeft onze projectgroep Crisis als Kans samen met andere aanbieders en crisiscoördinatiepunten stroomschema’s gemaakt. Eén voor het Utrechtse deel van onze regio en één voor het Gelderse deel. De schema’s helpen verwijzers – maar eigenlijk iedereen die te maken heeft met crisissituaties - de weg vinden bij crisis en dragen bij aan het voorkomen van instroom in de crisisopvang. De schema’s maken inzichtelijk welke stappen je als verwijzer kunt zetten, welke mogelijkheden er zijn, welke afwegingen belangrijk zijn en bij wie je terecht kunt.”
“De schema’s zorgen ervoor dat verwijzers niks over het hoofd zien. En daar profiteren vooral de jongeren van. Zij krijgen de meest passende expertise naast zich op het moment dat ze op hun kwetsbaarst zijn. Ze worden gekoppeld aan de juiste mensen op het juiste moment en komen eerder tot rust en stabiliteit. En dát is waar we het voor doen.”
In de regio Gooi & Vechtstreek kwam Youké in actie voor het behoud van de kwaliteit van de hulp voor de jeugd. Samen met collega-zorgaanbieders voerde Youké een kort geding tegen de regio over de nieuwe contracten voor de jeugdhulp. De tarieven en voorwaarden die de regio had vastgesteld, brachten de kwaliteit van jeugdhulp in gevaar, aldus de aanbieders.
Ambulant hulpverlener Patrick: “Wij medewerkers wisten dat dit speelde. Natuurlijk: ons dagelijkse werk ging gewoon door en vroeg onze volle aandacht. Dat het ook echt spannend had kunnen worden, realiseerden we ons op het moment zelf nauwelijks. En dat is maar goed ook; ons werk voor de kinderen en gezinnen die onze hulp nodig hebben, staat voorop.”
Dat er precies aan die belangrijke hulp zoals Patrick schetst een kostenplaatje zit, is iets wat Youké de regio graag duidelijk wilde maken. Patrick: “Daar stonden we vierkant achter. Als we tot de bodem gaan, kunnen we ons werk niet goed meer doen, zo simpel is het. En dat is niet oké voor een organisatie die juist sterk is in complexe problematiek.”
“Om gezinnen met complexe hulpvragen echt verder te helpen, moet je kunnen sparren met collega’s en waar nodig meteen extra hulp inroepen. Wij komen achter de voordeur bij gezinnen met uitdagingen die vragen om intensieve en langdurige ondersteuning. Bij die aanpak sloten de tarieven niet meer aan. De ondergrens was bereikt. Bovendien moet er altijd ruimte blijven om te leren. Leren en ontwikkelen staan bij Youké en haar medewerkers hoog in het vaandel. Als het financieel en tijd-technisch allemaal krapper wordt, schiet dat er al snel bij in.”
Patrick is blij dat Youké voor kwaliteit en haar mensen is gaan staan. Ondanks de turbulente en onzekere tijd kijkt hij dus wel degelijk positief terug op afgelopen periode. “We gaan er ook in 2021 weer tegenaan om zoveel mogelijk gezinnen perspectief te bieden en het optimale uit onze hulpverlening te halen.”
Dat Corona naast heel wat ellende ook dromen kan laten waarmaken, is bewezen in regio Lekstroom. In maart 2020 kwam één van de twee InVerbinding-groepen leeg te staan. Dit moment betekende de lancering van een nieuwe aanpak: Sterker Thuis. Projectleider Rik Schieveen: “We hadden het al eens eerder gezegd: plaats kinderen niet uít huis maar zet de hulpverlener ín het huis. Uithuisplaatsing is vaak zeer traumatisch en je pakt het probleem niet aan bij de kern. We konden nu – noodgedwongen door Corona – onze droom werkelijkheid laten worden.”
Sterker Thuis ging zich inzetten om uithuisplaatsing te voorkomen door gezinnen hulp te bieden in hun eigen huis. Het nieuwe team bestaat uit pedagogisch medewerkers en ambulant hulpverleners, bijgestaan door een gedragswetenschapper en gecoördineerd door Rik. De pedagogisch hulpverlener stabiliseert en ondersteunt het gezin tijdens moeilijke momenten, zoals eten en opstaan. De ambulant hulpverlener zorgt voor duurzaamheid door met het gezin te kijken naar manieren om nieuw gedrag en nieuwe gewoontes vast te houden. Rik: “Met deze gouden combinatie bleek in de meeste gezinnen de rust en veiligheid snel terug te keren en ontstond ruimte om te kijken wat de échte uitdaging is. Door het gezin in tact te laten en het kind niet uit huis te plaatsen, krijg je de kans om naar de interactie binnen het gezin te kijken, met het kind als een van de schakels. Dat geeft een veel realistischer beeld van het gezin en draagt bij aan de oplossing.”
Sterker Thuis werd in 2020 bij zo’n twintig gezinnen toegepast. Deze gezinnen gaven stuk voor stuk aan dat het beter ging, ze zich krachtiger voelden en dat ze geen uithuisplaatsing meer zouden willen. Dat ze na een paar maanden weer afscheid kunnen nemen van de hulpverleners, voelt voor hen als een overwinning. Ook de hulpverleners zijn enthousiast en trots; de dankbaarheid is groot en ze maken écht een verschil. Door al in een vroeg stadium specialistische jeugdhulpverleners toe te voegen aan gezinnen, is de kans op escalatie en crisissituaties flink afgenomen.
Al met al waren de resultaten van Sterker Thuis zo positief, dat in het najaar van 2020 een tweede Sterker Thuisteam is gestart.
Een jeugdhulpverlener die door de kinderen gezien wordt als juf. Die de schoolcultuur door en door kent. En die een vast onderdeel is geworden van het schoolteam. Dat is Joanne jeugdhulpverlener van Youké en actief op basisschool De Kristal in Maarssen. Ze werkt onder de vlag van het Onderwijs-Zorgarrangement (OZA). Met een OZA wordt een jeugdhulpverlener toegevoegd aan een schoolklas om de docent en kinderen te helpen met gedragsproblematiek, zoals faalangst of emotieregulering. De jeugdhulpverlener traint gedrag veelal buíten de klas en past het vervolgens samen met het kind toe ín de klas.
In 2020 gooide De Kristal de originele werkwijze van OZA radicaal om. Joanne werd losgekoppeld van de OZA-groep en ging school-breed aan de slag. Feline, leerkracht van groep 1/2: “Joanne’s inzet werkte al heel goed voor onze kinderen. We wilden kijken hoe we dit succes nog beter en effectiever konden benutten. De OZA-groep die we in eerste instantie hadden, was voor kinderen uit groep 1 en 2. We zagen dat als deze kinderen in groep 3 of hoger zaten, de uitdagingen vaak toch weer de kop opstaken. Door Joanne in alle groepen te laten werken, blijft zij de kids volgen. Dat maakt haar hulp een stuk duurzamer en effectiever. Ze is nog meer in beeld dan voorheen.”
Joanne: “Alle leerkrachten kunnen nu op een laagdrempelige en snelle manier mijn hulp inzetten. Samen bedenken we wat er nodig is voor een kind. Ik ben vijf dagen in de week aanwezig, laat mijn gezicht regelmatig zien tijdens de pauzes op het schoolplein en ben echt onderdeel van het team geworden.”
Het Onderwijs-Zorgarrangement heeft wat Feline betreft zijn strepen intussen ruimschoots verdiend. “Het OZA bespaart ons de moeite en tijd die gaat zitten in het schrijven van een plan, het indienen van een hulpvraag en het wachten op een toewijzing. Het is nu een kwestie van ‘ aan Joanne vragen of ze wil meedenken’. Onze kinderen vinden het altijd leuk als ze er is. ‘Joepie, ik mag even met juf Joanne mee’ is een veelgehoorde kreet in de klas. Ik zie dat ze stappen zetten en als het niet goed gaat, kan ik altijd terugvallen op Joanne. Dankzij het OZA komt het bovendien minder snel tot escalatie; Joanne is er altijd en pakt problemen preventief aan.”
Joanne: “Er wordt veel gesproken over de kloof tussen onderwijs en hulpverlening. Het OZA dicht die kloof. We gaan dan ook zeker door met deze aanpak en willen in 2021 kijken hoe we de impact meetbaar kunnen maken. Zo kunnen we ons bestaansrecht nóg beter aantonen!”
Wanneer Chung namens de Stad Utrecht terugkijkt op het jaar 2020, is het mooiste wat hij ziet de start van Goede Buur. Dit project koppelt jongeren die uitstromen uit de semi-residentiële zorg aan studentmaatjes in studentenhuizen. Zo zetten deze Utrechtse jongeren een stap naar zelfstandigheid. Het project heeft een structureel aanbod van vijftig woonplekken en is een samenwerking tussen de SSH, gemeente Utrecht, Academie van de Stad en de zorgpartijen Backup, Lister, Singelzicht, Leger des Heils en Youké. Jongeren die geplaatst worden en een steuntje in de rug nodig hebben, krijgen ondersteuning vanuit de zorgpartij.
Jongeren die uit de hulpverlening komen, hebben vaak moeite om woonruimte te vinden. Ze lopen aan tegen wachttijden, financiële problemen, onbetrouwbare aanbieders of zijn niet alert op juridische valkuilen. Chung, professional bij De Dijk in Utrecht en contactpersoon van Goede Buur: “Goede Buur geeft ons een extra optie voor doorstroom. En het geeft de jongeren de kans om sneller uit de hulpverlening te komen, zelfredzamer te worden en een sociaal netwerk op te bouwen. Weet je niet hoe zorgtoeslag werkt? Vraag het je ganggenoot. Voel je je alleen? Eet samen met je maatje. Natuurlijk blijven wij op de achtergrond aanwezig. We houden contact met de jongeren, gaan op bezoek in het studentenhuis, praten met de medebewoners. Na een half jaar schalen we af. Bij twijfel verwijzen we de jongere door naar het buurtteam dat fungeert als achtervang.”
“Hulpverlening is niet bedoeld om lang in te blijven,” vindt Chung. “Het is veel sterker om iemand in zijn eigen kracht te zetten. Natuurlijk is 24/7 begeleiding soms nodig maar je bouwt er niet mee aan iemands zelfvertrouwen en toekomst. Met Goede Buur doen we dat wel. Jongeren leren van elkaar, trekken zich op aan de ander en zien bij anderen hoe ze met uitdagingen omgaan. En dat leren gebeurt aan twee kanten want ook het studentmaatje groeit door deze ervaring.”
In 2020 meldden tientallen jongeren zich aan voor woonruimte via Goede Buur. Chung: “Velen daarvan kwamen bij De Dijk vandaan. Een groot deel van hen staat inmiddels helemaal los van hulpverlening. Eén heeft zelfs een huis gekocht met zijn vriendin. Voor mij is bewezen dat deze aanpak werkt!”
In 2020 is het integrale team in Zeist gestart. Vanuit de locatie aan de Griftlaan – waar ook de poli van Pluryn en het Yeph expertiseteam is gehuisvest – gaat het team integraal werken in de regio. Daarnaast gaat het team de verbinding zoeken met cliënten, professionals uit de jeugdhulpverlening en jeugd GGZ en verwijzers. Gedragswetenschapper Ben: “Voorheen werkte iedereen in een team van professionals met dezelfde expertise. Werd er een jongere of gezin aangemeld, dan koos men een passende hulpvorm. Als vervolgens bleek dat er iets anders nodig was, werd de jongere of het gezin aangemeld voor weer een andere hulpvorm. En zo hopte hij of zij door. Dat kon natuurlijk veel beter…!”
“We willen meer aansluiten bij de regio én bij de behoefte van de jongere, dichtbij en persoonlijk. Wat is de vraag precies en hoe kunnen we ondersteuning op maat bieden? Het integrale team combineert expertises en bekijkt samen wat nodig is. We zien vaak dat er een vraag áchter de vraag ligt en dat daar de sleutel voor de aanpak ligt. Daar kom je sneller achter als je met verschillende expertises om tafel zit. Door een integrale aanpak kun je vlotter en beter passende hulp bieden. De jongere of het gezin krijgt een heel team naast zich met allerlei verschillende expertises en krijgt sneller de juiste ondersteuning.”
In 2020 werd in Zeist de basis gelegd voor dit integrale team. De verschillende expertises maakten kennis met elkaar en bouwden samen het fundament voor integraal werken. En dat is écht iets anders dan samenwerken, benadrukt Ben. “Samenwerken doen we al langer. We voegen allemaal iets aan een casus toe vanuit ons eigen expertise en dat wordt samen één geheel. Heel waardevol, maar integraal werken gaat een belangrijke stap verder: het is echt samen een plan schrijven en uitvoeren. Samen stilstaan bij de casus, samen kijken wat nodig is, samen een situatie van verschillende kanten bekijken. We moeten onszelf continu afvragen: zijn we aan het samenwerken of zijn we integraal aan het werken? En: hoe komen we van samenwerken naar een integrale samenwerking?”
“Het is onze ambitie om straks in elke regio een aantal pioniers te hebben die de motor vormen achter integrale jeugdhulp. Zij organiseren bijeenkomsten waarin iedereen gaat ervaren hoe integraal werken kan bijdragen aan het bieden van goede hulpverlening. We willen expertise uitwisselen met de CJG’s en professionals in de regio. Zodat we samen één integraal totaalpakket kunnen gaan bieden.”
“Het is echt pionieren,” vat Betty professional van Youké de opstart van het nieuwe kleine, integraal team in Centraal Gelderland samen. Het team heeft expertise op het gebied van complexe echtscheidingen met een focus op ambulante hulpverlening. “We hebben onderzocht waar in deze regio behoefte aan is en denken daar nu een redelijk beeld van te hebben.”
Het integraal team bestaat uit verschillende experts van Youké die samen onder andere naar complexe echtscheidingsproblematiek kijken. Het team combineert disciplines en kijkt meteen vanaf het begin met elkaar naar de beste aanpak. Betty: “Door met een breed team te kijken naar wat een gezin nodig heeft, kunnen sommige problemen voorkomen worden. Regelmatig wordt een kind aangemeld vanuit school omdat het daar vastloopt. Er wordt dan automatisch gekeken naar wat het kínd nodig heeft. Maar als je verder kijkt dan dat, blijkt er vaak veel meer aan de hand te zijn; spanning in het gezin, schulden, noem maar op. Een hulpvraag staat nooit op zich, de context is altijd van groot belang. Alleen als je zo – integraal – kijkt, kun je op het juiste moment, in de juiste volgorde de juiste hulp aanbieden. We werken regelmatig samen met zorgaanbieder Lindenhout en Jeugd GGZ Dimens. Hun expertise op het vlak van psychiatrie en psychische problematiek is een waardevolle aanvulling.”
Betty beschrijft een situatie waarin de meerwaarde van integraal werken goed zichtbaar is. “Er kwam een aanmelding binnen waarbij gevraagd werd om ouderschapsbemiddeling. Dat is doorgaans een vrij intensief traject. Toen ik met de ouders in gesprek ging, bleek al snel dat ze door de uitdagingen met hun kinderen zó aan hun plafond zaten dat ze geen ruimte hadden om goed met elkaar te praten. Ouderschapsbemiddeling was dus eigenlijk niet wat ze als eerste nodig hadden om de problematiek aan te pakken. Hulp aan de kinderen en bij de opvoeding was een logischere eerste stap. Maar dat kun je niet bieden als de ouders niet eerst rust krijgen. Een kip-en-ei-verhaal: wat moet nu eerst? Het integrale team heeft alle uitdagingen van dit gezin in kaart gebracht en gekeken welke expertises nodig zijn om dit gezin vooruit te helpen.
Het nieuwe integraal team tipt ouders regelmatig over de ouderbijeenkomsten van de Raad voor de Kinderbescherming. “De Raad deelt tijdens deze bijeenkomsten heel laagdrempelig informatie over wat een scheiding met jou als ouder doet en waar je in relatie tot je kinderen aan moet denken. Daarnaast schuiven we af en toe aan bij een aantal overlegtafels met collega-zorgaanbieders en de rechtbank. Het is voor ons een manier om verbinding te maken en inzicht te krijgen in de werkwijze van anderen.”
Het mag met recht een mijlpaal genoemd worden: de oprichting van het bovenregionale samenwerkingsverband Yeph. Pluryn, ’s Heerenloo en Youké bieden samen 24-uurszorg voor kinderen die écht niet meer ergens anders terechtkunnen. Een kwetsbare groep, bij wie de problematiek zeer complex is en die de grootst mogelijk zorgvuldigheid verdient. Gedragswetenschapper Erna van de behandelgroep Kinabu in Zeist: “Een kind uit huis plaatsen heeft nogal wat impact. Het is echt ontwrichtend. In de keuze voor hun behandeling en aanpak wil je geen fouten maken. Yeph denkt al in een vroeg stadium mee wat het beste is voor het kind en zijn gezin. Het is maatwerk en dat is echt een voorwaarde om het meteen goed te doen.”
Het Expertiseteam van Yeph bekijkt per jongere en gezin wat de zorgvraag is en welke expertise nodig is om deze vraag te beantwoorden. Zo ontstaat een team om het gezin heen, met daarin verschillende experts die samen kijken wat nodig is. Erna: “Het vraagt heel wat qua logistiek om mensen bij elkaar te krijgen. Maar dankzij onze betrokkenheid bieden we samen het beste voor een gezin. Elke organisatie doet waar zij het beste in is.”
Bewezen is dat in het geval van Yeph het geheel meer is dan de som der delen. “We kunnen nu meer expertises inzetten dan ooit,” legt Erna uit. “Als een gezinsvoogd voorheen bij ons aanklopte en de vraag niet passend was bij onze expertise, moesten we hem teleurstellen en stond de voogd met lege handen. Óp naar het volgende loket… Nu belt hij aan onze voordeur en laten we hem sowieso binnen. Achter de voordeur kijken we samen naar de best passende aanpak. Dat is pure winst.”
Waar tot voor kort de focus op de snelheid lag, voert aandacht nu de boventoon, legt Erna uit. “Voorheen was het doel om jongeren zo kort mogelijk op de groep te hebben. Ze zo snel als kon terug naar huis te laten gaan of in een gezinshuis te plaatsen. Dankzij de aanpak van Yeph hebben we nu meer rust en aandacht om met elkaar te kijken naar wat nodig is aan behandeling. We kunnen nu echt hulp bieden op thema’s als hechting en trauma en ik zie dat dat de uitstroom van de jongeren ten goede komt. Er gaan minder jongeren naar een behandelgroep en ze gaan eerder naar een gezinshuis of pleeggezin.”
Yeph kan rekenen op een financiering voor negen jaar. “Na jaren van hectiek en bezuinigingen doet het ons goed dat we ons echt duurzaam kunnen conformeren aan deze kwetsbare doelgroep. Het doet recht aan de complexiteit van deze gezinnen.”
Inge is ambulant hulpverlener en mindfulness coach bij InVerbinding Thuis in het Gooi. Haar team probeert uithuisplaatsing te voorkomen door een kind in zijn of haar gezin of binnen het eigen netwerk hulp te bieden. In Corona-jaar 2020 werden Inge en haar collega’s gedwongen om te zoeken naar nieuwe manieren van hulp verlenen bij gezinnen. “Een mega uitdaging voor mij,” geeft Inge toe. “Ik zag mezelf altijd als digibeet. Hoe moest ik in vredesnaam mijn coaching en mindfulness online gaan aanbieden? Dat was toch onmogelijk en ook nog eens heel onpersoonlijk?!”
Inmiddels weet Inge beter. “Ik heb ontzettend veel geleerd. En ik weet nu dat je ook via het beeldscherm aan de slag kunt met mindfulness. Het is een kwestie van je ogen sluiten en mijn stem volgen. Bovendien heb ik ervaren dat beeldbellen juist van meerwaarde kan zijn voor je hulpverlening. Als een jongere niet in beeld wil of boos uit beeld loopt, zegt dat iets over hem. Sommige mensen vinden het niet prettig dat je bij hen thuiskomt. En hoewel ik altijd een eerste keer op huisbezoek ga, bereik je soms veel meer als je de vervolgsessies online doet. Je voorkomt dat deze mensen afzeggen, bijvoorbeeld. Digitale hulpverlening is bovendien laagdrempelig; even met je coach bellen kan makkelijker tijdens werktijd of tijdens een ommetje in het park.”
Het mooiste voorbeeld van het succes van online coaching, is wat Inge betreft het verhaal van een gezinsbehandeling waarbij een vader in gesprek ging met zijn twee zoons. “Ze zaten alle drie ergens anders in huis tijdens de call. Het gesprek nam op een gegeven moment een heel emotionele wending en we liepen vast. Ik stelde voor: stop met praten en loop naar elkaar toe. Ik moet toegeven dat ik het zelf best een spannend voorstel vond. Maar ze deden het en het resultaat was verbluffend: ze kwamen direct tot elkaar. Hadden we met elkaar aan tafel gezeten, dan was het stroever gegaan, dat durf ik wel te stellen.”
“Online werken geeft heel direct feedback op jezelf als hulpverlener,” besluit Inge. “De zelfreflectie kán haast niet beter! Videobellen geeft informatie over de jongere én over jou als hulpverlener. Door jezelf kwetsbaar op te stellen en samen te lachen om de onhandigheden van de nieuwe werkwijze, bouw je sneller een band op en wordt persoonlijke hulp bieden makkelijker.”
Chris kwam twee jaar geleden in aanraking met de VR-bril als hulpmiddel bij scheidingen. De ouderschapsbemiddelaar die ouders en kinderen begeleidt die met een complexe scheiding te maken hebben wist meteen: dít helpt. Chris: “Een belangrijk onderdeel van ons werk is voor ouders inzichtelijk maken hoe de scheiding voor hun kind is. Daarvoor moeten ze zich in het kind verplaatsen. Sommigen kunnen dat, voor anderen is het moeilijker. Sinds 2020 zet ik dan de VR-bril in.”
Het werkt als volgt: ouders krijgen tijdens een sessie een VR-bril op. Ze zien in een 360 graden video een situatie die voor hen herkenbaar is. Ze bekijken het alleen niet vanuit hun eigen perspectief, maar vanuit het perspectief van het kind. Chris: “Veel ouders denken bijvoorbeeld dat ze tegenover hun kind nooit negatief over de ander praten. Wat ze wel doen, is binnen gehoorafstand van het kind hun hart luchten bij vrienden of geïrriteerd reageren op een WhatsAppbericht van hun ex. Door dit soort situaties met de VR-bril door de ogen van het kind te zien, ervaren zij hoe ze hun kind onbedoeld met de scheiding belasten.”
Het doel is niet ouders in te wrijven wat ze verkeerd doen. Het gaat erom dat ouders voelen wat er met hun kind gebeurt. Chris: “Tegenwoordig zijn we allemaal cognitief ingesteld. Dingen beschrijven, dát kunnen we wel. Maar iets voélen is een heel ander verhaal. Terwijl dat wel nodig is om te bepalen wat het beste voor een kind is. Met de VR-bril komen gevoelens die in het echte leven met soortgelijke situaties gepaard gaan naar boven. De simulatie- en de echte situatie activeren namelijk dezelfde breingebieden.”
De VR-bril brengt de werkelijkheid zo dichtbij dat het op iedere ouder grote indruk maakt. Chris: “De meesten moeten na gebruik echt even bijkomen. Daarna bespreken we samen welke momenten uit de video hen triggerden. Wat deed het met je? Hoe wil je in het vervolg reageren?”
Dat de VR-bril binnen de scheidingshulp van grote toegevoegde waarde is, is ruimschoots gebleken en staat voor Chris dan ook als een paal boven water. Hij hoopt dat de techniek ook snel in andere hulpverleningsvormen wordt ingezet. “Door praten in algemeenheden is nog nooit een positieve verandering tot stand gekomen. Je moet dicht bij iemands belevingswereld komen. Dáár maak je impact.”